Hoewel de regen vandaag in bakken uit de hemel kwam, was dat voor de Woudwachters geen teken om thuis te blijven. Samen met nieuwelingen Carlo en Nadia begonnen we als eerste aan het voorbereiden voor de zeeuwse bolussen. De boter moest door het deeg en ook de eieren, het snufje zout en het water.
Eerst maakten de twee groepjes een grote bal deeg en daarna kreeg iedereen zijn of haar portie om te kneden.
Omdat het deeg ook nog moest rijzen, gingen we naar de speeltuin voor
het simpelste spel allertijden met de simpele naam : “Bankje”. Op twee banken zaten de welpen en Lizzy mocht beginnen om iemand eraf te duwen. Dat moest echter gebeuren aan het begin van het bankje en de anderen mochten meehelpen. Zodra er iemand van het eerste bankje was afgeduwd, mocht diegene naar het tweede bankje om iemande eraf te duwen en zodoende weer een plekje te hebben. Het was vooral veel lachen tijdens dit spel en daarom wilden jullie het best wel twee keer spelen.
Na twintig minuten kwam de tweede ronde van het bolussen maken. Van het deeg maakte je twee lange slangen en die maakte je dan nat. Vervolg
ens moesten ze door een mengsel van kaneel en basterdsuiker en daarna moest je er een BOLUS van draaien. Toen de bolussen de oven in waren gegaan, gingen we limonade drinken en daarna maakten jullie het lekkerste koekjesdeeg ooit. Sommigen deden er vanille-essence bij en sommigen deden er cocos bij en dan had je natuurlijk ook nog welpen die beide deden. Tijdens het bakken van de eerste lading koekjes deden we het renspel met de stamper. Één kind kreeg de stamper in handen, zonder at de anderen dit wisten en daarna moest diegene proberen om ongetikt de overkant van het terrein te halen.
Aan het einde van de opkomst bleek dat we maar één lichting koekjes konden bakken, maar die waren dan ook zeer lekker. Sommigen van jullie namen het deeg van de tweede lichting mee naar huis om het daar af te bakken. Dat moet smikkelen zijn geworden.